Installatie van een schrikdraadomheining.

Voordat u begint met de bouw van een omheining moet u eerst een gedetailleerd plan maken wel gebied u wilt afbakenen. Denk na over welke accessoires u nodig heeft. Schrikdraadapparaat, schrikdraadpalen, isolatoren, omheining- en aardingskabel, geleiders, waarschuwingsbordjes, aardpennen en aardkabels behoren tot de standaarduitrusting van elke elektrische afrastering.

Leg alle materialen klaar en begin uiteindelijk met het zetten van de schrikdraadpalen. U kunt gebruik maken van schrikdraadpalen voor een vaste omheining, zoals bijv. onze houten-octowood palen, deze blijven permanent staan en zijn zeer stabiel en robuust. Als u uw omheining flexibel op en af wilt bouwen kunt u gebruik maken van kunststof, glasvezel of metalen palen.

Als u een poort wilt maken in uw elektrische afrastering dan zet u op deze plaats stevige houten palen om de omheining te stabiliseren.

In de houten palen schroeft u isolatoren op de hoogte waar u de geleiders wilt hebben. Afhankelijk van het diersoort kan één of meer rijen nodig zijn.

Voer de geleiders door de ogen van uw flexibele schrikdraadpalen of door de isolatoren van uw houten palen en bevestig deze aan het begin en aan het einde van de omheining. Om aan het begin en einde van de omheining geen stroom te lekken moet je de geleiders niet knopen. Gebruik voor draad en koord een hoekisolator (bijv. art.nr.: 44812) en een verbinder (bijv. art.nr.: 44684). Voor lint gebruik je de klem- of hoekisolator (art.nr.: 44632). Als u meerdere rijen geleiders wilt spannen hoeft u niet elke rij afzonderlijk te trekken, maar u kunt ook de geleider in de volgende rij doortrekken (zie afbeelding).

Denk er nog even aan dat u geen gesloten stroomcircuit moet creëren. Alleen als het dier de omheining aanraakt, wordt het stroomcircuit gesloten en door het dier naar de aarde doorgegeven. Het dier krijgt een stroomimpuls. Kies een geschikte plaats voor het neerzetten van uw schrikdraadapparaat. Bij schrikdraadapparaten op netstroom moet deze plek uw apparaat tegen wind en regen beschermen, een geschikte plek is bijv. een huismuur. Let op, u schakelt het apparaat pas in als de elektrische afrastering volledig afgebouwd is. Als het mogelijk is plaatst u het apparaat met zijn aarding op een plek waar de grond vochtig genoeg is.

In de omgeving van het apparaat zet u een aardpen in de grond en verbind deze via de aardingskabel met de aardaansluiting van het apparaat. In geval van bijzonder slechte bodemgesteldheid, bijv. zand en droge grond, kan het nodig zijn om meerdere aardpennen te gebruiken. Sluit deze eventueel met een goed geleidende roestvrij stalen draad op elkaar (idealiter gegalvaniseerd staaldraad of aardkabel bijv. art.nr.: 32601). Zorg ervoor dat de aardpen minstens 10 meter van de huismuur is geplaatst, als u het schrikdraadapparaat aan de huismuur bevestigd hebt. Vervolgens sluit u de geleiders via de omheiningaansluitkabel aan op de omheiningsaansluiting van het schrikdraadapparaat. Bij elektrische afrasteringen die zich in de buurt van de openbare weg bevinden, is het verplicht waarschuwingsbordjes (“Pas op schrikdraad”) op te hangen. Bevestig deze goed zichtbaar om de 100 meter op knooppunten van wegen en op plaatsen waar geen elektrische afrastering verwacht hoeft te worden. Uiteindelijk is het zover en kunt u uw schrikdraadapparaat inschakelen. Als u een schrikdraadapparaat op elektriciteit gebruikt moet u eerst de stekker in het stopcontact steken.

Uw elektrische afrastering is klaar voor gebruik.